02 oktober 2024 Martin Horvat en Riet Vijgen Eigen artikels Vermogensbeheer in de kijker: de open architectuur strategie

Beleggen wint de laatste jaren aan populariteit bij het breed publiek, temeer omdat steeds meer particulieren bezig zijn met hun vermogensopbouw. Hoewel veel beleggers kiezen voor directe investeringen in individuele aandelen, zijn er ook andere manieren om in de aandelenmarkt te beleggen. Een populair alternatief is “open  architectuur (fondsen)”, door via beleggingsfondsen en ETF's (Exchange Traded Funds) te zorgen voor een bredere spreiding in de portefeuille waardoor het risico beperkt kan worden. Maar hoe werkt zo’n ‘open architectuurstrategie’ precies, en (hoe) biedt Leo Stevens deze mogelijkheid aan zijn cliënten aan?

U vindt alle informatie in onderstaand artikel.

Een open architectuurstrategie verwijst naar het beleggen in fondsen en ETF’s, waarbij beleggingen gespreid worden over diverse financiële instrumenten van verschillende fondsbeheerders. Fondsen zijn eigenlijk mandjes van activa, zoals aandelen en obligaties, waarbij de focus ligt op een specifiek thema, een geografische regio of een index. Daarnaast is het ook belangrijk om te weten op welke manier een fonds beheerd wordt, vermits fondsbeheerders bij een actief fonds doelbewust kunnen ingrijpen en inspelen op bepaalde omstandigheden in de hoop dat ze daarmee meerwaarde zullen genereren. Dit in tegenstelling tot bij een passief fonds, waar fondsbeheerders niet interveniëren, wat doorgaans ook resulteert in lagere kosten. Verder is het zo dat er bij fondsen op het einde van de dag een NAV (Net Asset Value) bepaald wordt door de totale waarde van de beleggingen van het fonds te delen door het aantal deelbewijzen.

Concreet houdt dit in dat de exacte inschrijvingsprijs bij het plaatsen van een order in een fonds nog niet vaststaat, omdat deze later op de dag berekend wordt aan de hand van de slotkoersen van die dag. Orders die vóór de cut-off tijd worden ingediend, worden meegenomen in de NAV-berekening van diezelfde dag; latere orders worden verwerkt tegen de NAV van de volgende werkdag. De cut-off tijd verschilt per fonds en kan het beste bij de fondsbeheerder worden nagevraagd. De geselecteerde fondsen zijn overwegend open-end fondsen, wat betekent dat de hoeveelheid deelbewijzen dagelijks kan worden uitgebreid met nieuwe stukken (anders dan bij closed-end fondsen). 

Wat zijn de voordelen van een open architectuur strategie?

Een belangrijk voordeel van deze strategie is de brede spreiding van investeringen over meerdere bedrijven, waardoor fondsen over het algemeen minder volatiel zijn dan individuele aandelen. Bovendien krijgen beleggers toegang tot de expertise van zorgvuldig geselecteerde beleggingshuizen. Fondsbeheerders beschikken immers over een ruime en diepgaande ervaring binnen hun specifieke marktsegment, waardoor zij effectief meerwaarde kunnen leveren. Fondsbeheerders worden beoordeeld op hun lange-termijn prestaties, wat een waarborg biedt voor hun capaciteit en motivatie om consistent goede resultaten te behalen.


Nadelen van een open architectuur strategie

Een nadeel van deze strategie is dat beleggers een deel van de controle uit handen geven aan de fondsbeheerder. De visie van de beheerder kan afwijken van die van de belegger zelf, wat kan leiden tot discrepanties op vlak van strategie en toekomstige handelingen. Zo kan een fondsbeheerder beslissen om een aandeel, dat reeds enorm is gestegen, van de hand te doen terwijl dit aandeel nog meer opwaarts potentieel heeft. Bijgevolg kan het fonds dan in bepaalde situaties een minder positieve beursprestatie neerzetten gezien de (te) vroege verkoop of het feit dat de positie in het stijgende aandeel kleiner is dan bij een directe investering in het aandeel zelf.

Daarnaast zijn de onderliggende kosten van fondsen vaak hoger dan die van individuele aandelen, afhankelijk van het type fonds (actief versus passief). Fondsbeheerders vragen immers een vergoeding voor het beheer van het fonds en ook de interne transactiekosten worden in de kostenberekening meegenomen. Dit wordt allemaal verrekend in de NAV van het fonds.

Tot slot kunnen beleggers te maken krijgen met een langere uitbetalingstermijn bij geldopvragingen, doordat de definitieve waarde van de participatie pas na de dagelijkse NAV-berekening en de cut-off tijd wordt vastgesteld. 

Selectie Leo Stevens open architectuur strategie

Belangrijke selectiecriteria

Net als individuele aandelen de quality growth toets moeten doorstaan alvorens voor investering in aanmerking te komen, worden ook fondsen grondig geëvalueerd. Wanneer we een bepaalde regio of thema via een actief of passief beheerd fonds willen invullen, onderzoeken we het hele universum van beschikbare UCITS fondsen. Als eerste selectiecriterium verkiezen we fondsen met een voldoende lange historiek, bij voorkeur langer dan 5 jaar, zodat we kunnen achterhalen hoe het fonds zich gedraagt in alle mogelijke beurs-omstandigheden. Belangrijk bij deze analyse is niet alleen om de fondsen eruit te halen met louter de beste rendementen maar ook diegene met de beste risico controle. Fondsen die extreme risico’s nemen om uiteindelijk maar een matig rendement op te leveren, trachten we te vermijden. Allerhande financiële ratio’s, zoals tracking error, informatie ratio,… helpen ons om hier het kaf van het koren te scheiden. Het kostenplaatje mag natuurlijk ook niet genegeerd worden en dient meegenomen in de analyse. Het kan namelijk zijn dat een fonds goedkoper is maar er toch niet in slaagt om beter te presteren dan de rest.

Na een kwantitatieve performantie analyse worden de beste fondsen aan een grondige kwalitatieve analyse onderworpen. Er wordt contact genomen met de fondsbeheerders om hun investeringsstrategie te ontdekken en in de diepte de fondsen te leren kennen. Uiteindelijk worden de fondsen weerhouden die zowel op de kwantitatieve als de kwalitatieve criteria een goede score kunnen voorleggen. Duurzaamheid mag bijkomend ook niet ontbreken in de beoordeling, waarbij een classificatie van minimaal SFDR Artikel 8 noodzakelijk is.

Opbouw portefeuille

Principieel willen we de open architectuur portefeuille onderliggend op dezelfde wijze opbouwen als bij onze algemene (individuele lijnen) strategie. Regionaal, sectoraal en qua marktkapitalisatie trachten we zo in de mate van het mogelijke dezelfde allocatie na te streven. Dit zal natuurlijk nooit één op één perfect lukken gegeven de onderliggende eigen voorkeuren van de fondsbeheerders. De opbouw van de open architectuur portefeuille gebeurt volgens het principe: 70% van een volledig ingevulde portefeuille in globale fondsen aangevuld met 30% thematische en regionale fondsen.

Meer weten? Contacteer ons voor een vrijblijvend kennismakingsgesprek.