Met een rente die stijgende is, wordt het voor vennootschappen een goed moment om ‘overtollig’ geld aan het werk te zetten. Obligaties worden weer interessant om aan te kopen. Huidige rendementen van 3 tot 5% in individuele obligaties zijn immers mogelijk. Veel financiële instellingen bieden dit niet meer aan, dus zeker een optie om dit met uw relatiebeheerder bij Leo Stevens Private Banking te bekijken. Als u aandelen opneemt via een DBI-be-leggingsfonds (DBI staat voor ‘definitief belaste inkomsten’) kan u meerdere vlie-
gen in één klap slaan.
Wijziging vanaf 2018
Sinds de hervorming van de vennootschapsbelasting in 2018 zijn beleggingen in individuele aandelen binnen de vennootschap, vanuit fiscaal oogpunt, een stuk minder interessant geworden. Voor 2018 waren individuele aandelen die langer dan 1 jaar in de vennootschap bleven en nadien met meerwaarde verkocht werden, vrijgesteld van belasting op deze meerwaarde. De wijzigingen vanaf 2018 voerden de volgende algemene principes in. Ten eerste is alles wat een vennootschap verkrijgt belastbaar, tenzij vrijstelling (zie DBI-voorwaarden). Conceptueel wordt er géén verschil gemaakt tussen roerende-, onroerende-, diverse- of beroepsinkomsten. Alle activa van een vennootschap zijn beroepsmatig gebruikte activa en alle inkomsten zijn dus beroepsmatig ontvangen inkomsten. Daarnaast is roerende voorheffing niet bevrijdend, maar wél (soms gedeeltelijk) verrekenbaar en terugbetaalbaar. En inkomsten zijn belastbaar op moment dat ze zeker en vaststaand zijn, ongeacht de moment van inning.
Vrijstelling meerwaardebelastingen op aandelen nog steeds mogelijk?
Indien de vennootschap voldoet aan de voorwaarden van ‘Definitief Belastbare Inkomsten’ (DBI) kan een vrijstelling verkregen worden.
De voorwaarden zijn:
1. Participatievoorwaarde: Een deelneming in het kapitaal van ten minste 10 % of met een aanschaffingswaarde van ten minste 2.500.000 EUR
2. Permanentievoorwaarde: De aandelen moeten gedurende een ononderbroken periode van 12 maanden in volle eigendom worden aangehouden.
3. Taxatievoorwaarde: de aandelen moeten van vennootschappen zijn die onderworpen zijn aan het “normale taxatieregime”. Vestiging in een belastingparadijs is uitgesloten.
DBI-bevek of alternatief?
Een DBI-bevek is een (distributie)fondsspecifiek voor vennootschappen. Het belegt (vrijwel) uitsluitend in ‘goede aandelen’ (taxatievoorwaarde). Deze bevek heeft als doel jaarlijks minstens 90% van
de ontvangen inkomsten – na aftrek van vergoedingen, commissies en kosten – uit te keren.
Wat zijn de voordelen? Ten eerste zijn de dividenden en gerealiseerde meerwaarden vrijgesteld van vennootschapsbelasting. Ten tweede wordt het beheerd door professionals, dus zelf geen opvol-
ging noodzakelijk. Ten derde is er geen beurstaks bij in-en uitstap. Voor zaakvoerders die met de liquiditeiten van de vennootschap niet enkel aandelen wensen te kopen, en iets minder risico wensen te nemen, zijn er uiteraard nog andere alternatieven maar dan wel met de fiscale consequenties van dien (zie tabel 1).
U kan het volledige artikel ook steeds hier raadplegen.